Onderbouw
Eerste klas
1. Brugklas voor de adviezen havo en havo/vwo
De school kent een eenjarige brugperiode. Dat wil zeggen dat in de eerste klas leerlingen zitten, die op de basisschool havo of een havo/vwo advies hebben gekregen. De docenten zorgen er met aanvullende opdrachten of extra eisen voor, dat beide niveaus aan bod komen.
Alle leerlingen krijgen dezelfde vakken, uitgezonderd leerlingen van de kunstvooropleidingen. Die volgen een aantal vakken niet. Zie de lessentabel.
Aan het eind van het eerste leerjaar wordt door de school bepaald of de leerling naar de tweede klas kan worden bevorderd. Dat gebeurt aan de hand van vastgestelde bevorderingsnormen.
Afhankelijk van het behaalde aantal punten kan de school besluiten, dat de leerling:
-wordt bevorderd naar 2vwo,
-wordt bevorderd naar 2havo, of
-niet wordt bevorderd en naar lager niveau wordt verwezen.
2. Vwo klas voor advies vwo
Deze leerlingen krijgen les op vwo-niveau en stromen hiermee zoveel mogelijk door naar de 2vwo klas. Dat gebeurt aan de hand van vastgestelde bevorderingsnormen. De leerlingen worden in klas 2 gemengd met de leerlingen uit de 1havo/vwo klassen die naar het vwo gaan.
Afhankelijk van het behaalde aantal punten kan de school besluiten, dat de leerling:
-wordt bevorderd naar 2vwo
-wordt bevorderd naar 2havo, of
-niet wordt bevorderd en naar lager niveau wordt verwezen
Tweede klas
In principe gaan alle leerlingen van de eerste klas over naar de tweede. Slechts in uitzonderlijke situaties mag een leerling in de eerste klas doubleren. Als blijkt dat het niveau te hoog is, wordt de leerling bevorderd naar de tweede klas vmbo-tl (voorheen mavo) op het Sweelinck College, of eventueel naar de tweede vmbo-klas van een andere locatie van Zaam Scholengroep.
Aan de hand van de bevorderingsnormen wordt aan het einde van tweede klas een beslissing genomen. Afhankelijk van het behaalde aantal punten kan de school besluiten, dat de leerling:
– wordt bevorderd van 2havo naar 3havo
– wordt bevorderd van 2vwo naar 3vwo of
– niet wordt bevorderd.
In bijzondere gevallen kan de school toestaan dat een leerling overstapt van 2havo naar 3vwo, of van 2vwo naar 3havo
De derde klas
Het derde leerjaar op het Gerrit van der Veen College bestaat uit aparte havo- en vwo-klassen, met een vast vakkenpakket. Alle leerlingen volgen dus dezelfde vakken, met uitzondering de leerlingen die op een kunstvooropleiding zitten.
Aan het einde van de derde klas wordt aan de hand van de bevorderingsnormen vastgesteld of de leerling bevorderd kan worden van 3havo naar 4havo, of van 3vwo naar 4vwo.
Bovenbouw
De bovenbouw omvat het 4e en 5e leerjaar havo, en het 4e, 5e en 6e leerjaar vwo. De school biedt onderwijs in alle profielen aan, zowel op het havo als het vwo.
Het is goed te beseffen dat het (school)examen op het Gerrit van der Veen College reeds in de vierde klas begint. In dit leerjaar worden bepaalde onderdelen of vakken, die op de examenlijst staan, afgesloten met een beoordeling.
Kenmerken van het onderwijs in de tweede fase op het Gerrit van der Veen College zijn:
1. een indeling in vier profielen:
de leerling maakt aan het eind van 3 havo en 3 vwo een keuze uit vier profielen: natuur & techniek, natuur & gezondheid, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij.
Vanaf het begin zijn de vier profielen onderling gescheiden, zodat een overstap gedurende de vierde klas van het ene profiel naar het andere niet zonder problemen mogelijk is
Het onderwijs in elk profiel bestaat uit:
- een (voor alle leerlingen gelijk) gemeenschappelijk deel, dat alle leerlingen volgen en de volgende vakken bevat: Nederlands, Engels, Lichamelijke Opvoeding, Maatschappijleer, Culturele en Kunstzinnige Vorming. De twee laatste vakken worden in het vierde leerjaar afgesloten. NB. I.v.m. de aanpassing van het huidige pta sluit 5 vwo (2018/19) Maatschappijleer dit jaar af.
- een profieldeel met de voor het profiel kenmerkende vakken. Voor natuur & techniek zijn dat bijvoorbeeld wiskunde B, natuurkunde en scheikunde; voor economie & maatschappij wiskunde A, economie, aardrijkskunde en geschiedenis.
- een vrij deel, waarin de leerling vrij maar binnen de mogelijkheden van de school een extra examenvak kiest dat niet specifiek is of hoeft te zijn voor zijn profiel.
In alle profielen van het vwo kan een kunstvak of filosofie gekozen worden als eindexamenvak.
Alle vakken van het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en het vrije deel zijn zogenaamde schoolexamenvakken en tellen mee voor de examenuitslag. De meeste vakken kennen naast een schoolexamen ook een centraal examen aan het einde van de examenklas. Een aantal vakken wordt al in de vierde klas of in 5vwo afgesloten
2. nadruk op actief en zelfstandig leren door de leerling.
Leerlingen doen in toenemende mate zelfstandig onderzoek, schrijven verslagen en werkstukken. Er wordt verder een groot beroep gedaan op de vaardigheid van het plannen en structuren van het schoolwerk. De leerlingen worden daarbij begeleid door de mentor.